Asperger

Het syndroom van Asperger is een autisme spectrum stoornis (ASS).


Het syndroom van Asperger, ook wel aspergersyndroom of stoornis van Asperger, is een 
pervasieve ontwikkelingsstoornis vernoemd naar de Weense kinderarts dr. Hans Asperger . Het syndroom kenmerkt zich door beperkingen in de sociale interacties en een beperkt repertoire aan interesses en activiteiten. Anders dan bij de klassieke autistische stoornis  is er geen sprake van vertraging in de ontwikkeling van de taalvaardigheid  op lage leeftijd. Er is een normale tot hoge  intelligentie en een gemiddelde neiging tot het maken van contact.
Eenzijdige interesses en bezigheden
 Kinderen met Asperger hebben niet veel verschillende interesses. Ze zijn vaak erg gefixeert op één bepaalde bezigheid. Ze kunnen er urenlang mee bezig zijn en willen er continu over praten tegen andere mensen. Hierbij komt ook weer naar voren dat ze grote verhalen houden zonder er rekening mee te houden of de luisteraar wel interesse in het verhaal heeft. Het kan ook voorkomen dat het kind weigert dingen buiten zijn interessegebied te leren.    
 Bijzonder taalgebruik
Kinderen met het syndroom van Asperger kunnen opvallen door een "pedante" manier van spreken. Hun spreektaal is vaak formeel en barok en vertoont veel overeenkomsten met schrijftaal. Ze komen vaak autoritair over door de stelligheid van hun uitspraken en vaak eentonige stemgeluid. Verder hebben ze een sterke neiging lang over hun "specialisme" door te praten terwijl de gesprekspartner er allang geen interesse meer voor toont (een preoccupatie die ook bekendstaat als fiepen). Ze kunnen echter uitblinken in spelling, genieten van dictees en van het uitleggen van spelling- en grammaticaregels en kunnen lezen en voorlezen als kinderen die jaren ouder zijn. Dit staat los van de inhoud van de tekst, die ze misschien niet eens begrijpen (hyperlexie ). Onder mensen met het syndroom zouden veel beelddenkers zijn.
Problemen met de motoriek
Kinderen met Asperger zijn lichamelijk wat onhandig. Ze bewegen vaak traag en houterig.
Ook de fijne motoriek (hand-oogcoördinatie) kan verminderd zijn, waardoor de kinderen problemen kunnen hebben met onder andere het schrijven. Daarnaast hebben de kinderen minder expressieve gelaatsuitdrukkingen en een wat monotomere stem. 

Cognitieve problemen

Kinderen met het syndroom van Asperger hebben meestal een gemiddeld tot bovengemiddelde intelligentie. Ze hebben met name een erg goed geheugen. Ook hebben ze een zeer grote woordenschat en een geleerde manier van spreken. Het komt echter geregeld voor dat kinderen met Asperger niet begrijpen waarover ze het hebben. Het kan zijn dat de kinderen dan enkel gelezen werk of anderen aan het napraten zijn. Kenmerkend voor kinderen met het Syndroom van Asperger is dat ze alles letterlijk nemen van wat gezegd wordt.

Daarnaast hebben kinderen met het syndroom van Asperger vaak concentratieproblemen. Door de vele interne prikkels (zoals bijvoorbeeld de drang om telkens op te willen staan) kunnen ze zich niet concentreren of hun werkzaamheden organiseren. Ze kunnen niet goed hun aandacht richten op wat relevant is.

Sociale beperkingen

Mensen met het syndroom van Asperger kunnen binnen de sociale context moeilijk "tussen de regels lezen". Het besef van wat sociaal aanvaard is, is vaak niet intuïtief.Daardoor vindt men vaak niet de juiste toon en mimiek om de eigen emotionele toestand te uiten. Het vermogen om letterlijke en figuurlijke taal uiteen te houden en om iemands lichaamstaal te lezen is beperkt, evenals de theory of mind  zoals dat voorkomt bij veel vormen van autisme. Het juist inschatten wanneer het woord kan worden genomen in een gesprek, en wanneer niet, is vaak slecht ontwikkeld. Algemeen bekende metaforen zijn voor mensen met het syndroom van Asperger vaak moeilijk te begrijpen, terwijl de eigen metaforen juist voor de omgeving dikwijls onbegrijpelijk zijn. Dit alles maakt dat gesproken kan worden van een, soms sterk, verminderd empathisch vermogen.
Ten opzichte van mensen met klassiek autisme leren mensen met het syndroom van Asperger veel geraffineerder met hun beperkingen om te gaan. Men weet ze vaak goed te camoufleren. Geholpen door de meestal goed ontwikkelde verbale vaardigheden worden de aanwezige sterke kanten ten volle uitgebuit. Ook het spelen met niet-letterlijk taalgebruik is te leren. De beperkingen zijn dus door inzet van het verstand en oefening in de loop van jaren vaak deels te compenseren. Men leert dan gedurende de adolescentie wat gemakkelijker met andere mensen om te gaan. Hierdoor, en vanwege de beperkte wetenschappelijke informatie die beschikbaar is over de aandoening, wordt de "handicap" door hulpverlening en omgeving nogal eens onderschat.
Drukke sociale gebeurtenissen zijn voor een persoon met het aspergersyndroom vaak onaangenaam; een activiteit is belastend en inspannend in plaats van ontlastend en ontspannend zoals dat voor iemand zonder het syndroom van Asperger zou zijn. Van daaruit kan zich dan logischerwijs stress, onzekerheid of angst ontwikkelen. Veel mensen met het syndroom uiten wel de wens om een sociaal leven te hebben, maar negatieve ervaringen als gevolg van hun sociaal (on)vermogen zorgen er in veel gevallen voor dat men op dat gebied grote beperkingen voelt.


Bij mensen met de stoornis van Asperger is geen sprake van een achterstand in de taalontwikkeling, cognitieve ontwikkeling of in de ontwikkeling van vaardigheden om zichzelf te helpen. Wel is er sprake van andere beperkingen 
  • Kwalitatieve beperkingen in de sociale interactie, zoals blijkt uit ten minste twee van de volgende vier symptomen: 
  •  Stoornis in non-verbaal gedrag zoals oogcontact,gelaatsuitdrukking en lichaamshouding in   sociale contacten 
  •  Er niet in slagen met leeftijdsgenoten een relatie op te bouwen die past bij het ontwikkelingsniveau
  • Te weinig spontaan proberen om plezier, bezigheden en prestaties te delen 
  • Afwezigheid van emotionele wederkerigheid
  • Beperkte, zich herhalende en stereotype gedragspatronen, belangstelling en activiteiten zoals blijkt uit ten minste één van de volgende vier symptomen: 
  • Sterke preoccupatie met één of meer stereotype patronen van belangstelling die abnormaal   is  in  intensiteit of aandachtspunt 
  • Rigide vastzitten aan specifieke niet-functionele routines of rituelen 
  • Stereotype en zich herhalende lichaamsbewegingen 
  •  Aanhoudende preoccupatie met delen van voorwerpen
  • De stoornis van Asperger leidt daarnaast tot ernstige beperkingen in het sociaal of   beroepsmatig functioneren of het functioneren op andere belangrijke terreinen.